Klaas Hofman, energiecoach bij de gemeente Leeuwarden, deed onlangs tijdens het /LAB ‘Gezocht: ruimte voor de energietransitie’ een boekje open over hoe energiearmoede er in zijn dagelijkse praktijk uitziet. We vroegen hem waarom hij gelooft dat data steeds noodzakelijker worden om de mensen te kunnen blijven helpen die letterlijk en figuurlijk in de kou staan.
Energiecoaches zijn er al langer dan de energiecrisis, en energiearmoede bestond natuurlijk ook al voordat de energieprijzen door het dak gingen. De gemeente Leeuwarden kreeg haar eerste energiecoach in 2016 – dat was Klaas Hofman. Inmiddels zijn er zes, opgeleid door Stichting PEB, die actief inwoners van Leeuwarden helpen bij het beperken van hun energieverbruik en speciaal op zoek gaan naar die gezinnen die lijden onder energiearmoede. Leeuwarden liep voorop in het pionieren met data om die groep mensen te vinden, waarbij specialisten die zich richten op duurzaamheid, sociale zaken en het gemeentelijke programma Vizier op werk nauw samenwerken.
Veel mensen denken dat een energiecoach alleen maar over energiebesparing praat. Natuurlijk hebben Hofman en zijn mede-energiecoaches het bij hun huisbezoeken over tochtstrips, ledlampen en radiatorfolie en geven ze tal van tips om energie te besparen. “Maar dat is zo’n 30 tot 40 procent van het werk”, zegt Hofman. “De rest van de tijd gaat het over andere dingen; je bent vooral heel sociaal bezig.” Zeker met het oog op energiearmoede. Want dat is een geval apart. Het gaat over mensen die hun energiekosten wel willen betalen, maar dat simpelweg niet kunnen. Hofman: “Energiearmoede gaat wat mij betreft niet over die veelbesproken groep die we als het ware stimuleren om energie te gebruiken omdat wij het als gemeenschap toch wel voor ze betalen. Het gaat om diegenen die thuis op de bank zitten en de kachel helemaal níet aandoen. Maar ga die mensen maar eens opsporen, dat is de uitdaging.”
Die uitdaging heeft volgens Hofman alles te maken met data. “Kijk, we kunnen als gemeente de mensen die meer dan gemiddeld moeten betalen aan energiekosten aardig in kaart brengen. Maar laten we vooral ook eens gaan kijken naar de mensen die juist veel mínder dan gemiddeld betalen. Daar moeten we slim in zijn en daar hebben we data voor nodig. En waar we die data vandaan moeten halen… Ik denk dan aan Alliander, dat als netwerkbedrijf de bezitter is van meterstanden. Natuurlijk: bij de mensen die onder het gemiddelde aan energielasten betalen kunnen gezinnen zitten die een heel energiezuinige woning hebben met label A of B en zelf heel zuinig zijn. Maar de bewoners van woningen met label F of G die heel weinig verbruiken, die moeten we boven tafel zien te krijgen. Dat is een interessante case om in het kader van dit /LAB over na te denken.”
“Mensen die zich bevinden in de marges van de maatschappij kun je juist vinden dankzij het gebruik van slim aan elkaar gekoppelde data”
Hofmans doelgroep was ook voordat de huidige energiecrisis de kop opstak groot, vertelt hij: “Er zijn alleen in Leeuwarden al 6.000 mensen bij wie de energiecoach langs kan. We hebben de mensen in de bijstand en in de schuldhulpverlening goed in beeld. Dat mag ook, qua AVG-wetgeving. Dat geldt ook voor de mensen die in woningen wonen met energielabel F of G, die we in het kader van de RREW-regeling (Regeling Reductie Energiegebruik Woningen) benaderen. Maar ik kan nog een jaar of twee vooruit met dit labelverhaal en de nieuwe mensen die in de bijstand terechtkomen, maar dan moet de volgende stap worden gezet. Daarvoor denk ik dat we iets met inkomen moeten kunnen doen, plus een stukje verbruiksinformatie – waarvoor je de meterstanden nodig hebt. En dat zijn natuurlijk data waar de beperkingen die de AVG met zich meebrengen een rol in spelen. Daarbij zoeken we natuurlijk ook een beetje de randjes van wat mag op, eerlijk is eerlijk. Dat komt ook doordat we het over mensen hebben die niet in één bepaald hokje passen. Mensen die zich bevinden in de marges van de maatschappij – die kun je juist vinden dankzij het gebruik van slim aan elkaar gekoppelde data.”
“Het punt is dat je met data natuurlijk oneindig kunt doorgaan met zoeken”, vervolgt Hofman. “Want we hebben ook nog te maken met bijvoorbeeld particuliere huur, die mensen mogen we niet vergeten. En we hebben het veel over de groep die een inkomen heeft dat lager ligt dan 130 procent van het sociaal minimum – maar waarom kijken we niet ook naar degenen die op 140 procent zitten? Of 110 procent? Waar zitten de mensen met problemen? Die moet ik kunnen vinden. Dat zijn mensen die ik niet zomaar in de dagelijkse praktijk tegenkom en naar die groep mag van mij wel wat meer gericht worden gezocht. En de essentie van het gebruik van data daarbij is dan: wat wil je weten, welke vraag stel je precies. Ik heb mensen met kennis van data nodig om die vraag te kunnen formuleren. Ik denk dat veel mensen het belang daarvan onderschatten, óók mensen die dagelijks met data bezig zijn.”

Klaas Hofman
In het /LAB ‘Gezocht: ruimte voor de energietransitie’ gaan beleidsmakers, projectleiders energie, energiecoaches en eenieder die vanuit de praktijk wil meedenken over energiearmoede met elkaar in gesprek over dit onderwerp. In samenwerking met onze data scientists inventariseren we aan welke informatie er behoefte is, hoe verschillende databronnen daarvoor bij elkaar kunnen worden gebracht en welke inzichten we ermee willen opdoen. Op 23 juni worden de resultaten gepresenteerd in de eindpresentatie. Lees meer op onze data-eventpagina of meld je hier direct aan.