Met de parafrase van een bekend Cruijffisme hierboven kun je een van de belangrijkste resultaten omschrijven van het /LAB ‘De vele gezichten van woongenot’, dat op 11 november zijn tweede en laatste sessie beleefde. Aan de hand van vier thema’s kwamen zowel de inhoudelijke relevantie van de verzamelde data over het thema Leefbaarheid aan bod als de uitdagingen die ermee gemoeid zijn om die – vaak letterlijk – in beeld te brengen.
Opnieuw kwamen vertegenwoordigers van diverse partijen die betrokken zijn bij dit onderwerp (woningcorporaties, gemeenten en bewonersvertegenwoordigingen) in groten getale opdraven voor de (online) bijeenkomst. De thema’s die naar aanleiding van de startsessie op 26 oktober waren gekozen om elk in een casus uit te werken laten goed zien hoe divers het thema leefbaarheid eigenlijk is; gekeken werd naar verhuizingen, de homogeniteit/heterogeniteit van buurten (op basis van kenmerken), voorzieningen en openbare ruimte en criminaliteit, overlast en veiligheid. De data scientists van DataFryslân gingen op basis van die thema’s in samenwerking met data scientists van de deelnemende partners aan de slag met de data en de vraagstukken die in de eerste sessie aan bod kwamen.
Projectleider Marcel Dekker kijkt tevreden terug op het /LAB: “Het is natuurlijk fijn als zoveel deelnemers uit zoveel verschillende disciplines meedoen; dat maakt zo’n /LAB des te waardevoller. We kregen veel waardering voor het resultaat dat de data scientists in toch een relatief korte tijd wisten te bereiken. Bovendien ontstonden er enkele levendige discussies en die zijn essentieel voor het proces van kennis delen en dingen van elkaar leren.”
Tot de opvallendste en meest besproken resultaten van het werk van de data scientists behoorde een aantal visualisaties waarin relaties worden gelegd tussen zaken die voor de leefbaarheid van buurten en wijken essentieel zijn. Bijvoorbeeld hoeveel speeltuinen, scholen en sportvelden er beschikbaar zijn en waar die liggen ten opzichte van de ‘doelgroep’: kinderen. Hetzelfde geldt voor voorzieningen als buurthuizen of huisartsenposten en de mate waarin die voor ouderen in de buurt van hun woning liggen. Klinkt simpel, maar vergt het verwerken en combineren van data uit verschillende bronnen om tot een betrouwbaar beeld te komen. Maar áls zo’n beeld eenmaal is ontstaan, biedt het in een oogopslag een helder overzicht van de stand van zaken.
Marcel: “Ik denk dat de visualisaties wel een eyeopener waren voor veel deelnemers. Het ontbrak ons aan de tijd om daar heel diep op in te gaan, maar het principe staat: een visualisatie kan een heel krachtig instrument zijn om een helder inzicht te krijgen van de verschillende relevante ontwikkelingen op leefbaarheidsgebied in geografische gebieden. Ik heb wel het idee dat het de deelnemers aan het denken heeft gezet over manieren waarop je die kunt toepassen, al merk ik ook dat het gewenning vergt.”
Geen wonder dat is besloten om naar aanleiding van dit /LAB onder meer een aantal visualisaties zoals die werden besproken nader uit te werken en geschikt te maken voor gebruik in de dagelijkse praktijk, bijvoorbeeld bij overleg tussen de partijen die actief zijn in dit werkveld.
Op de afbeelding hierboven zie je een van de visualisaties zoals gebruikt tijdens dit /LAB. De stad in kwestie is Sneek, en de visualisatie laat op wijkniveau de beschikbaarheid zien van voorzieningen voor kinderen jonger dan 15 jaar (donkerblauw is veel voorzieningen, lichtblauw is weinig). De witte vierkantjes laten zien waar de meeste kinderen in deze leeftijdsgroep wonen. Meer weten over de resultaten van dit /LAB? Stuur dan een e-mail naar projectleider marcel.dekker@datafryslan.nl.