Fryslân vergrijst steeds sneller, en voor steeds meer ouderen blijken belangrijke voorzieningen, vooral huisarts, apotheek en supermarkt, niet op loopafstand te vinden. In de buitengebieden zijn de afstanden vaak (veel) groter. Het klinkt een beetje als een open deur, maar combineer dit gegeven met het feit dat de verhuisbereidheid onder ouderen behoorlijk klein blijkt te zijn, en het probleem krijgt een nieuwe betekenis.
De /HUBs Thúswenjende âlderen (thuiswonende ouderen) en Wenje in Fryslân (wonen in Friesland) onderzoeken onder meer waar in Fryslân ouderen wonen, in wat voor woningen zij wonen, waar de zogenaamde woonzorgcirkels (centrale steunpunten van waaruit de bewoners die in de buurt daarvan wonen worden ondersteund, red.) zich bevinden en hoe verhuisbewegingen binnen en tussen gemeenten in de provincie verlopen. De verzamelde data helpen samenwerkende partijen bij het maken van keuzes over de toekomstige woningvoorraad en doen dat in gedetailleerde dashboards en visualisaties. En daaruit valt veel nuttige informatie te halen, zegt Joël Brandsma, data-analist bij de gemeente Smallingerland: “We zien bijvoorbeeld dat in de gemeente Smallingerland vooral in het buitengebied, in de dorpen, relatief veel 75-plussers wonen met een laag inkomen. Ouderen met een hoger inkomen wonen voornamelijk in Drachten. Zulke informatie is relevant, omdat er een grote behoefte is aan voldoende geschikte huisvesting voor ouderen. Deze data geven ons belangrijke informatie over de behoefte van ouderen om de opgave om die huisvesting te realiseren te kunnen vervullen.”
Honkvast
Dat geldt ook voor de kennis die is opgedaan over de woonsituatie in combinatie met de lage verhuisbereidheid onder ouderen. Opnieuw met Smallingerland als voorbeeld (maar de dashboards tonen de laatst bekende stand van zaken in elke Friese gemeente) blijkt dat een groot deel van de ouderen zeer honkvast is. De meeste van hen wonen nog steeds in een (ruime) grondgebonden woning. “We vermoedden dat al op basis van de eerder bekende informatie,” zegt Brandsma, “maar de meer gedetailleerde cijfers waarover we nu beschikken bevestigen het ook. Het lijkt erop dat veel ouderen ervoor kiezen om in de ooit gekochte eengezinswoning te blijven wonen, ook nadat de kinderen uitgevlogen zijn.”
Kortom: in de Friese buitengebieden wonen relatief veel ouderen met een laag inkomen, ouderen hebben vaker te maken met grotere afstanden tot bepaalde belangrijke voorzieningen, en ze zijn (desondanks) nauwelijks bereid om te verhuizen. Dat komen we te weten dankzij het samenbrengen en koppelen van informatie die tot dusver vaak versnipperd beschikbaar was. Het aanvullen en verrijken daarvan met zogeheten microdata van het CBS, waarin tot op wijk- en buurtniveau kan worden ingezoomd, en het daaruit destilleren van nieuwe, zeer gedetailleerde inzichten, maakt onderzoeksprojecten als deze zo waardevol. Temeer, zoals Joël Brandsma het zegt, “omdat we dankzij wat we nu hebben ook steeds beter weten welke data we nog missen om nóg beter te kunnen anticiperen op de ontwikkelingen.” Dat beaamt ook Jannie Komduur, beleidsadviseur Wonen bij de gemeente Smallingerland, die de opgeleverde informatie zeer bruikbaar vindt: “De cijfers geven meer inzicht in de huidige situatie op de woningmarkt. Dit kunnen we gebruiken voor nieuw beleid en sturing op woningbouwprojecten.”
Waar bouwen?
Voor Maaike van der Meulen, adviseur bij ROS Friesland, begon het met een simpele vraag: “We weten dat de zorgvraag snel stijgt, en weten om welke zorgvraag het gaat. Maar wat wij moeten weten is: wonen de ouderen om wie het gaat wel in een geschikte woning en woonomgeving? Oftewel: hoe kunnen we een gericht plan maken om ouderen met een zorgvraag in een geschikte woning en in een geschikte woonomgeving langer thuis te laten wonen?” Samen met de opgave van een woonzorgvisie die de gemeenten moeten opstellen kwam die onderzoeksvraag mooi samen in het /HUB Thúswenjende âlderen. Want zo’n woonzorgvisie kan de gemeente niet alleen opstellen; de kern is juist dat dit alleen kan in samenwerking met onder meer de zorgorganisaties en woningcorporaties. Van der Meulen: “Het is één ding als de gemeente en woningbouwcorporatie bijvoorbeeld zeggen: we bouwen hier een flat van 8 hoog waarin alleen ouderen komen te wonen, maar daar moet dan ook de juiste zorg geleverd kunnen worden. Dus dat gesprek moet gewoon gezamenlijk gevoerd worden en dat kan alleen maar op basis van data waar iedereen achter staat.”
Onderlegger
Jildou de Jong, als zelfstandig adviseur betrokken bij dit onderwerp, vult aan: “De partijen hebben afgesproken gezamenlijk in de regio een plan te maken zodat (kwetsbare) ouderen in Fryslân zo lang mogelijk gezond, gelukkig en zelfstandig thuis kunnen wonen met de zorg en ondersteuning die daarbij nodig is. Daarbij moet je wonen, welzijn en zorg altijd in samenhang zien. Een gezamenlijke betrouwbare data-onderlegger die al die zaken in beeld brengt, is daarbij essentieel. De samenwerkende partijen hebben ook afgesproken dat de data die zijn verzameld in deze /HUB die onderlegger is. Kijk, provinciaal hebben we in Fryslân de opgave wel in beeld. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de langdurige zorg, de verpleging en verzorging, dan zijn er nu ongeveer 6.500 zorgplekken voor ouderen beschikbaar. We weten ook dat in het slechtste scenario het dubbele aantal nodig is in 2050. Dus in Friesland is de uitdaging heel groot om te zorgen voor voldoende plekken waar ouderen kunnen wonen met zorg. Wanneer we het hebben over ‘Langer Thuis’, neigen we ernaar om al snel te zeggen: we willen die intensieve (verpleeg)zorg naar de mensen thuis halen, want dan kunnen de mensen in hun oorspronkelijke huis blijven wonen en daar zorg ontvangen. Maar de zorg zal zeggen: dat kunnen wij niet leveren. In het eerdere /HUB Fries Venster Thuiswonende Ouderen hebben we al laten zien dat de verpleging en verzorging kampen met grote personeelstekorten, die in de toekomst alleen maar groter zullen worden. Dan is inzicht in elkaars knelpunten van groot belang en de data die DataFryslân heeft opgeleverd in dit /HUB biedt dit inzicht. Een ander resultaat: de kaarten die de voorzieningen tonen op buurt- en wijkniveau, helpen ons om te besluiten waar we dan wel passende huisvesting voor ouderen kunnen gaan realiseren. Nu kunnen we echt het verschil gaan maken: de partijen kunnen samen de geschikte woningen bouwen, maar moeten ook moeilijke keuzes maken: waar kan dat wel, en waar lukt het niet?”
Geëffend pad
Natuurlijk: de dankzij de beide /HUBs verzamelde en verrijkte data bieden niet de oplossing voor de problemen waar beleidsmakers zich voor gesteld zien. Maar de doorlopend geactualiseerde dashboards en visualisaties zoals die bij DataFryslân online staan (zie hieronder) effenen wel het pad naar die oplossingen. Waarbij die continue verfijning, verbetering en toevoeging van nieuwe gegevens niet alleen essentieel is, maar ook een onlosmakelijk deel van een gemeenschappelijk leerproces. Maaike van der Meulen: “De samenwerking binnen DataFryslân is heel fijn en de contacten zijn heel goed. We zien onszelf als makelaars tussen de data-scientists en de eindgebruikers. Dat maakt echt deel uit van wat we doen in die Hubs. Maar het blijft ook pionieren.” Joël Brandsma beaamt dat: “Het is af en toe even zoeken in het proces. Naar manieren om de dingen nóg efficiënter te doen. Maar het is een heel mooi proces om mee te maken – om te beginnen met een onderzoeksvraag, die te vertalen naar de data scientists en dan te komen tot dit eindresultaat.” “Want,” zegt Van der Meulen, ”we zijn enorm trots op wat we met ons allen hebben gemaakt!”
Over de /HUBs
Op verschillende data-events in 2021 zocht DataFryslân antwoorden op de vraag: hoe bieden we de vergrijzing in Fryslân het hoofd? Het /HUB Thúswenjende âlderen is het vervolg op die events. In dit project werkten en werken het Fries Sociaal Planbureau, ROS Friesland, De Friesland en DataFryslân samen. Dat leidde tot de realisatie van het Fries Venster Thuiswonende Ouderen dat bestaat uit interactieve weergaven met voorspelde knelpunten en kansen met betrekking tot de zorg voor ouderen in Friesland. Het venster begon met 3 thema’s, of tegels: Wie heeft zorg nodig, Welke zorg is nodig, en Wie kan die zorg bieden. Nu zijn de volgende tegels aan bod: Welke woningen zijn nodig en Welke woonomgeving is nodig. Naarmate het venster verder wordt aangevuld, beschikken Friese ouderenorganisaties, zorgaanbieders, gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren over een onschatbare informatiebron op basis waarvan bijvoorbeeld woon-zorgvisies en bestemmingsplannen kunnen worden vastgesteld.
Het /HUB Wenje yn Fryslân, opgezet naar aanleiding van de Woonvisie 2020-2025 van de gemeente Smallingerland, onderzoekt onder meer hoe het toenemend aantal ouderen in de provincie Fryslân nu en in de toekomst woont. Worden er genoeg nieuwe woningen gebouwd? En aan welk type woningen is het in de toekomst de behoefte het grootst? Een uitgebreide data-analyse moet leiden tot een compleet beeld van wonen in Fryslân: wie woont waar, hoe verlopen de verhuisstroom en de doorstroom van huishoudens in Fryslân en hoe valt de woninggroei in kaart te brengen. Het resultaat is een reeks uitgebreide dashboards waarin op detail kan worden ingezoomd op elke buurt in de provincie Fryslân.
Alle dashboards en visualisaties die DataFryslân maakt zijn online te raadplegen onder de Frysian Data Exchange