/LAB Arbeidsmarkt: geslaagde inventarisatie van prangende vragen
8 september 2021

Met een laatste gezamenlijke sessie op 2 september is het /LAB ‘Morgen werkt het anders: de toekomst van de arbeidsmarkt’ afgesloten. Voorafgaand aan de eerste sessie op 6 juli zei projectleider Wouter Marchand over het doel van dit data-event: “We willen in dit /LAB het thema [arbeidsmarkt] in de volle breedte op tafel leggen en kijken wat we nodig hebben om meer en meer complete inzichten te krijgen.” Logische vraag: is dat gelukt?

Hoe de Nederlandse arbeidsmarkt er in de toekomst uitziet bezorgt menige belanghebbende nu al slapeloze nachten; kijk naar de huidige tekorten in sectoren als de zorg of de horeca en je weet weer waarom het zo belangrijk is om beter voorbereid te zijn op arbeidsmarktontwikkelingen dan nu meestal het geval blijkt te zijn. Data kunnen een sleutelrol spelen in het anticiperen op de ontwikkelingen, maar het op die manier gebruiken van data vergt meer dan het bij elkaar gooien van gegevens en hopen dat die je vertellen wat je wilt weten.  

Wouter Marchand: “In de eerste sessie hebben we vragen opgehaald die leven bij de deelnemers aan het /LAB, mensen die werken bij overheden, in het onderwijs en de arbeidsbemiddeling. Hun vragen bieden prima aanknopingspunten voor de richtingen waarin we kunnen zoeken naar relevante data. Die vragen zijn enorm divers en laten daardoor zien hoe veelomvattend het thema eigenlijk is.” Wat heet. Een greep uit de verzamelde vragen maakt duidelijk hoe breed het vraagstuk is: ‘Welke doorstroom is er tussen mbo, hbo en wo?’, ‘Blijven werkenden doorleren in de loop van hun carrière?’, ‘Hoeveel werkenden in Fryslân wonen buiten de provincie – en hoeveel studenten komen van buiten Fryslân?’, ‘Hoe regionaal is de Friese arbeidsmarkt?’, ‘Is er een link met de woningmarkt?’, ‘Hoe positioneert Fryslân zich in de bredere arbeidsmarkt?’ (ofwel: blijven we een mbo- economie of ontwikkelen we ons tot een stuwende, hoogopgeleide economie?’, ‘In welke sectoren ontstaat er (binnenkort) een tekort in Fryslân?’, ‘Waar kunnen de werkenden in banen die in de toekomst verdwijnen naartoe?’.

Vragen genoeg, kortom; nu is het zaak de juiste data te vinden, bestuderen en bewerken om de antwoorden te vinden, zegt Marchand. “Uit de lange lijst met vragen hebben we drie thema’s gelicht. Ten eerste willen we een datamodel ontwerpen waarmee je de toekomstige vervangingsvraag op de arbeidsmarkt kunt inschatten, dus hoeveel mensen we over een paar jaar tekort komen in welke sector. We hebben besloten om daarvoor de sector Zorg en Welzijn als pilot te gebruiken, omdat daarin al heel veel data beschikbaar is. Ten tweede onderzoeken we skills als matchinginstrument. Immers, als je nu al weet dat je straks een tekort aan mensen hebt in de ene sector, terwijl er voor andere functies te veel mensen zijn voor het aantal beschikbare vacatures, kun je nadenken over slimme zij-instroom en overstapmogelijkheden. Door te kijken naar de omschrijving van vakkennis en competenties die bij functies en opleidingsprofielen horen, proberen we in kaart te brengen waar dit soort mogelijkheden liggen. Dit inzicht kan ook helpen bij het weer aan het werk helpen van die mensen die nu aan de kant staan. Ten derde zoomen we uit vanuit Zorg en Welzijn uit en kijken we naar spanning in andere sectoren. Waar is de nood aan de man? Daarvoor gebruiken we verschillende spanningsindicatoren, onder meer van het UWV en het Samenwerkingsverband Bedrijfsleven en Beroepsonderwijs (SBB), maar onderzoeken we ook hoe makkelijk mbo’ers aan stages en BBL-trajecten komen.”

Daarmee kun je het /LAB een geslaagde inventarisatie van prangende vragen noemen, maar ook een belofte van meer: in de komende maanden worden de drie thema’s die naar aanleiding van de sessies zijn geïdentificeerd verder uitgewerkt op basis van de inzichten die zijn opgedaan. Marchand: “Het was heel mooi om te zien dat er in de tweede /LAB sessie een breed gedragen analyse van de situatie op de arbeidsmarkt ontstond, en ook een bereidheid om daar gezamenlijk over van gedachten te wisselen. Samen dus, en niet elk vanuit de loopgraven, maar vanuit de belangen van zijn of haar organisatie. Dat was de opzet natuurlijk ook, maar het is niet vanzelfsprekend dat dat lukt.”

Lees hier meer over de uitkomsten van het /LAB en het vervolgtraject.