Willem Mutter over Friese datastrategie: “Je moet intelligente dingen doen met je data”

14 september 2020

Voordat hij eind 2019 aan de slag ging als gemeentesecretaris/algemeen directeur van de gemeente Ooststellingwerf, werkte Willem Mutter bij de gemeente Harlingen en het Waterschap Noorderzijlvest. Hij is groot voorstander van samenwerking op het gebied van datagedreven werken, maar pleit voor vrijheid, flexibiliteit en een beetje respect voor de kleinere partners.

“Samenwerken op datagebied is logisch. Je hobbelt toch allemaal een beetje tegen dezelfde problemen aan. Maar je moet veel investeren in ICT om er iets uit te krijgen. Kijk, een Albert Heijn is stukken groter dan een lokale slager. AH kan het zich permitteren om gigantische business intelligenceafdelingen op te richten, de lokale slager niet. Op ICT-gebied zijn wij – zeker de kleinere gemeenten – nog lang geen Albert Heijn. Maar door samen te werken kun je wel Albert Heijn-achtige capaciteit vrijmaken en daar op lokaal niveau de vruchten van plukken.”

“De wisselwerking in informatiebehoefte tussen grote en kleine gemeenten is daarbij van belang: er zou geen bal aan Fryslân zijn als er geen fatsoenlijke steden in zouden staan. Maar die steden zijn er dankzij het platteland. Die onderlinge afhankelijkheid helpt; je gunt elkaar wat. Het eigenbelang moet eruit, anders moet je er niet aan beginnen. Gelukkig zit samenwerken bij Friese ambtenaren in de genen. Je loopt tegen gedeelde problemen aan en je kunt elkaar helpen zonder dat er angst is dat de ander jou kan bedreigen.”

“Waar een gemeente als Harlingen meer interesse zal hebben in data over de stroom van toeristen in relatie tot de parkeerproblematiek, is dat voor ons in Ooststellingwerf totaal geen issue; wij hebben meer aan bevolkingsprognoses en gegevens over de toestroom van mensen uit andere delen van het land die hier willen wonen. Hoe houden we dat leefbaar? Data kunnen ons helpen om goed onderbouwd te kunnen aangeven: moet je nieuwe woningen bouwen en wil je dat? En zo ja, welke dan? Wat zijn de trends? Hoe verhouden die zich met demografische ontwikkelingen, zoals de vergrijzing? Natuurlijk moet je daar ook weer niet in doorschieten, want sommige zaken kun je nog niet goed beoordelen. Wordt Fryslân bijvoorbeeld aantrekkelijker omdat het een relatief coronavrij gebied is? En thuiswerken, welke rol speelt de groei daarvan in de toekomst? Gaan meer mensen vanuit de Randstad op zoek naar een huis in Fryslân?”

“Om antwoord op zulke vragen te geven moet je investeren. En langetermijninvesteringen zijn natuurlijk ingewikkelder omdat er nu eenmaal elke vier jaar verkiezingen zijn; je moet kunnen aantonen wat je voor die investering terugkrijgt en dat is met data natuurlijk wel redelijk abstract. Dat maakt het uitzenden van die boodschap al lastiger. Zeker nu er gewoon veel financiële onzekerheid is bij gemeenten, en de coronacrisis helpt daar niet echt bij. Maar datagedreven werken betekent dat je kwalitatief beter beleid nastreeft. Daarin is samenwerking essentieel. Maar: doe dat vrijwillig, maak er geen gedwongen huwelijk van, heb een beetje respect voor de kleinere lokale partners en kom met voorbeelden van waar het goed werkt. Die data, die zijn er wel, we verzamelen ongelooflijk veel en zijn daar heel goed in. Dat gedeelte zal de politiek – en de burger ook – worst wezen. Het gaat erom dat je er intelligente dingen mee doet.”

Tekst: Diederik Plug. Foto: Marieke Balk.

DataFryslân brengt partijen samen die elkaar versterken bij het realiseren van Friese maatschappelijke opgaven in een door data en nieuwe technologie gedreven toekomst. Een van de speerpunten is het streven naar een gezamenlijke strategie die richting geeft aan de ingrijpende invloed die datagedreven werken krijgt op de toekomst van bestuurlijk Fryslân. In deze serie vertellen bestuurders en betrokkenen over hun visie op die toekomst.