Roland Kielema, gegevensmanager Heerenveen: “Er moeten veel gewoontes worden doorbroken”

1 februari 2021

Als gegevensmanager werkt Roland Kielema sinds 2017 aan de ontwikkeling van datagedreven werken in de gemeente Heerenveen. Hij verheugt zich op de mogelijkheden die in het verschiet liggen, maar realiseert zich dat er nog een lange weg te gaan is voordat het zover is.

“Wat wij als gemeente nu doen, is nog geen datagedreven werken. Dit is de stap daarvoor: zorgen dat je beschikt over de juiste informatie. Die basis ligt er. Nu kunnen we vooruit gaan kijken naar wat we daarmee zouden kunnen doen. Daarin zijn we nu aan het experimenteren; we hebben bijvoorbeeld een stagiair datascience laten onderzoeken of we op basis van historische gegevens binnen de WMO, maatschappelijke ondersteuning en het sociaal domein mogelijk is om een voorspelling te doen van de kosten die wij in de toekomst gaan maken. We werken samen met DataFryslân in een onderzoek naar het voorspellen van storingen aan rioolpompen en kijken naar de mogelijkheden om op basis van telefoondata de drukte te voorspellen bij ons klantcontactcenter.”

“Op het moment dat je echt met datagedreven werken aan de slag gaat, wordt het ook echt een stuk complexer. Dan heb je ook andere mensen nodig, met een andere expertise. Ik merk vaak dat sommige vragen niet gesteld worden omdat de mensen niet beseffen dat ze dankzij data dingen te weten kunnen komen waar ze nog helemaal geen idee van hebben. Er worden nog veel zaken uit gewoonte op de vertrouwde manier aangepakt. Het is zaak die gewoontes te doorbreken.”

“We worden steeds geavanceerder in het meten en vastleggen van zaken. Maar de belangrijkste les die ik de afgelopen jaren over heb geleerd is dat je ontzettend veel data nodig hebt om een beetje goede voorspellingen te kunnen doen. Dan heb ik het echt over gegevens van 20, 30 jaar terug. Maar ja, vroeger ging er nog heel veel op papier, systemen zijn veranderd en daardoor zit je soms appels met peren te vergelijken – dat maakt het lastig. Je moet dus nu al gaan nadenken over wat je over 10 jaar wilt kunnen doen en beginnen met het verzamelen van de data die je daarvoor nodig hebt. Dat betekent ook dat je in de organisatie continu moet aangeven welke informatie op welke manier moet worden bijgehouden om er wat aan te hebben. Een voorbeeldje: bij Burgerzaken worden soms mensen, migranten bijvoorbeeld, geregistreerd van wie de geboortedatum onbekend is. Voor die mensen wordt dan standaard de geboortedatum 00-00-1900 ingevoerd. Daar kunnen we dus niks mee.”

“Datagedreven werken gaat niet alle problemen oplossen, het gaat niet op alle terreinen het werk overnemen. Voorlopig niet althans, maar in de toekomst wordt dat denk ik wel anders. Ik ben heel enthousiast over de ontwikkelingen en de mogelijkheden die we dankzij data in de toekomst gaan krijgen, of dat nu is dat je via een VR-bril over het voorgestelde nieuwe tracé van een autoweg kunt rijden, of het tegengaan van eenzaamheid bij ouderen dankzij de inzet van zelfrijdende auto’s die laagdrempelig en goedkoper vervoer voor die mensen kunnen bieden, om maar een paar dingen te noemen. Mijn collega’s en ik moeten ervoor zorgen dat datagedreven werken concreet wordt: dat men het niet meer zozeer ziet als een vaag begrip, maar als een nuttig instrument. Daar gaan we dit jaar ook actief voor de organisatie in, om de mensen erbij te betrekken. Daar draait het om: bewustzijn creëren en samenwerken.”

Tekst: Diederik Plug. Foto: Marieke Balk.

DataFryslân brengt partijen samen die elkaar versterken bij het realiseren van Friese maatschappelijke opgaven in een door data en nieuwe technologie gedreven toekomst. Een van de speerpunten is het streven naar een gezamenlijke strategie die richting geeft aan de ingrijpende invloed die datagedreven werken krijgt op de toekomst van bestuurlijk Fryslân. In deze serie vertellen bestuurders en betrokkenen over hun visie op die toekomst.