Als wethouder van het kleine Schiermonnikoog gelooft Erik Gerbrands zeker in de zegeningen van datagedreven werken. Maar hij verwacht niet dat die voor zijn eiland de vorm moeten hebben die voor anderen geldt. ‘Data verzamelen? Dat kunnen wij doen door een rondje door het dorp te maken.’
“Onze problematiek is natuurlijk dezelfde die voor grotere gemeenten geldt. Maar tegelijkertijd is die problematiek qua schaalgrootte bij ons een heel stuk overzichtelijker. Data kunnen in alle gevallen bijdragen aan de manier waarop we ermee omgaan. Ik ben van vóór het computertijdperk en kijk er daarom misschien wat anders tegenaan, maar ik ben beducht voor de black box waarin data al gauw kunnen verdwijnen. Een voorbeeld: ik heb het dashboard Toerisme van DataFryslân voor mijn neus en klik op Schiermonnikoog. Ik lees dat we dertien recreatiewoningen hebben. Het zijn er vijfhonderd. Ik zie dat we twee jachthavens hebben, maar we hebben er maar één. Dat zijn simpele dingen en je kunt die gegevens eenvoudig aanpassen, maar het is een mooi voorbeeld om de vraag bij te stellen: wat is de kwaliteit van de data die we ter beschikking hebben? Dat geldt zowel voor de input als voor wat je er aan de andere kant uithaalt: klopt dat wel? Hoe hou je de kwaliteit van je gegevens overeind? Kijk naar de zorg; het LSP bijvoorbeeld (Landelijk Schakelpunt, een netwerk waar zorgaanbieders medische gegevens over hun patiënten kunnen raadplegen in elkaars systemen, red.) is een prachtig systeem, maar de grote valkuil is dat hun gegevens niet altijd compleet zijn. Dan loop je de kans beslissingen te nemen op basis van gebrekkige input. En dat kan in sommige gevallen nogal gevaarlijk zijn.”
“We werken heel goed samen met de andere waddeneilanden en we hebben een heel intieme samenwerking met partijen die wij voor bepaalde taken inhuren. Op provinciaal niveau is er ook een goede samenwerking; er is natuurlijk een prima gecentraliseerd informatiesysteem in Leeuwarden waar we uit kunnen putten. Maar op andere gebieden merk ik wel dat we zelf nog achterlopen: aanvragen voor rijontheffingen worden bijvoorbeeld nog met de hand verwerkt – en dus hebben we er ook geen statistieken van. Bovendien: wij zitten hier in een ontzettend kleine gemeenschap van 940 inwoners, waarvan meer dan 95 procent binnen een radius van 400 meter van het gemeentehuis woont. We kennen elkaar. Als wij data nodig hebben over het aantal leerlingen dat we over een paar jaar in het basisonderwijs hebben zitten, volstaat een rondje door het dorp.”
“Aan de andere kant lopen wij natuurlijk ook het gevaar dat we dénken dat we het allemaal heel goed weten zonder die data, maar dat ons beeld juist daardoor ook gekleurd is. Het mooie van een goede dataverzameling is dat die objectief is en het belang daarvan mogen we niet onderschatten. Het punt is dat ik heel positief sta tegenover datagedreven werken, op veel vlakken doen we dat ook al dankzij gegevens, ook landelijke, die wij kunnen betrekken van buiten. En ik geloof zeker in het nut van DataFryslân. Maar wij zijn er volgens mij simpelweg niet groot genoeg voor. We kijken dus nog even de kat uit de boom.”
Tekst: Diederik Plug. Foto: Marieke Balk.