Voor Klaas Agricola, burgemeester van Dantumadiel, zijn data en datagedreven werken belangrijk, maar niet zaligmakend. Want als je de datagedreven blik richt op een punt op de horizon, kun je weleens uit het oog verliezen wat er aan je voeten ligt.
“Voor ons is datagedreven werken ietsje anders dan anders. Wij hebben immers geen eigen gemeentelijke organisatie; de capaciteit die we nodig hebben betrekken we bij onze buren van Nordeast-Fryslân. Het gaat erom dat je je werk goed kunt doen voor de inwoners van je gemeente. Dat is een proces waarin je continu aan de knoppen zit. Je bent continu aan het finetunen, veel zaken gaan goed, maar er is altijd ruimte voor verbetering. We hebben dan wel geen eigen ambtenarenapparaat, wij kunnen natuurlijk onze input leveren. Tegelijkertijd geloof ik dat data daarbij niet meer zijn dan een hulpmiddel – dat laatste moet je altijd voor ogen houden. Er hoeft maar iets te gebeuren of de zaken kunnen heel anders lopen dan de data je vertellen. Neem de komst van de Sintrale As, een cruciale wegverbinding. Daardoor is het perspectief van Dantumadiel heel anders geworden. Vooraf werden nog demografische ontwikkelingen voorspeld die zouden leiden tot heel veel leegstand over 40 jaar in noordoost Fryslân. Maar zo’n ingrijpende infrastructurele wijziging blijkt er opeens toe te leiden dat Datumadiel wél een plek is waar mensen graag willen blijven wonen.”
“Als gemeente moet je vernieuwen, moderniseren om aantrekkelijk te blijven als gebied om te wonen, te werken en te recreëren. Voor dat inzicht heb je niet alleen data nodig. Er zijn meer hulpmiddelen waarmee je die stip op de horizon kunt zetten, met name op het gebied van wonen en economische ontwikkeling. Je moet altijd vooruitkijken, altijd proberen te anticiperen op de toekomst. En dat is een bochtige weg, omdat er altijd ook onvoorspelbare zaken gebeuren die invloed hebben. Dus je kúnt niet blindvaren op alleen data die voorspellen waar het allemaal naartoe moet gaan. Ik ben heel pragmatisch ingesteld en misschien speelt dat ook mee, maar ik geloof dat je als gemeente wendbaar moet blijven, dat je nooit uit het oog verliest wat er op dit moment gebeurt en waarom dat gebeurt. Datagedreven werken wordt zeker belangrijk, het is een essentieel stuk gereedschap, maar we hebben nog lang niet geleerd hoe we met dat gereedschap moeten omgaan. En ik geloof dat we ons daar als eerste op moeten concentreren.”
“Dat is een zoektocht naar vorm en inhoud en daar zitten veel variabelen in. Ik geloof bijvoorbeeld dat alle stakeholders, dus ook de burgers, er recht op hebben om inzage te krijgen in de data die wij verzamelen. Transparantie is essentieel, zeker nu je ziet dat het wantrouwen in de overheid groot is, dat gemeenten soms worden gezien als een hindermacht. Het is dus zaak dat wij als provincie Fryslân met behulp van DataFryslân een goede manier weten te vinden om met data om te gaan. Ik ben het ook roerend eens met een provinciale aanpak, mits in die samenwerking evenwicht is tussen de grote en de kleinere invloedssferen. Het draait erom dat iedereen data gebruikt op de meest optimale manier, en dat gebeurt nu niet. En dan zeg ik: blijf kritisch; gebruik data als kompas, maar vaar er niet blind op.”
Tekst: Diederik Plug. Foto: Marieke Balk.