Ingrid van de Vegte, directeur Fries Sociaal Planbureau: “Ik wil dichter bij de data komen”

9 november 2020

Ingrid van de Vegte wordt als directeur/bestuurder van het Fries Sociaal Planbureau meer dan gemiddeld gedreven door data, in de letterlijke zin. Als het gaat om een Friese datastrategie ervaart ze uit eerste hand dat er nog een behoorlijke kloof is tussen wens en werkelijkheid.

“Voor ons werk gebruiken we een panel en genereren we onze eigen data. Daarnaast werken we veel met open data en met partners die ook zelf data verzamelen, zoals het CBS. Verder proberen wij met andere partijen afspraken te maken over het gebruik van hun data. En dát aspect loopt eigenlijk nog helemaal niet. We hebben bijvoorbeeld enige tijd geleden een populair rapport gemaakt: Leven in Fryslân. Weet je wat voor data dat zijn? Die van ons eigen panel en van het CBS, een beetje GGD en misschien een beetje van DUO. Maar helemaal niks van gemeenten of van de provincie. En een van onze drivers om als oprichtingspartner mee te doen aan DataFryslân was nou net dat we toegang zouden krijgen tot actuele, ruwe data van de bron zelf. ”

“Er is nog veel onwetendheid bij de houders van data, vooral gemeenten, over de kwaliteit van die data en hoe je die kunt ontsluiten en delen. Ik zie ook veel overgevoeligheid rond de AVG. Wij hebben simpelweg te maken met het feit dat we onderzoeksvragen moeten kunnen stellen waarvoor data nodig zijn om antwoorden te vinden – en andersom: als je met data aan de slag gaat, zie je soms dingen die je van tevoren niet had kunnen bedenken. Ik zou best wel een keer met data van gemeenten, woningbouwcorporaties, zorginstanties enzovoort willen experimenteren met als insteek: als we al die data aan elkaar koppelen, wat zien we dan? Maar dat is lastig. We hebben een keer zo’n experiment gedaan, met onder meer de gemeente Leeuwarden: het duurde 1,5 jaar om bij de gegevens te komen die we nodig hadden. Ik wil dolgraag dat gemeenten zeggen: ik wil dat mijn data op orde zijn, ik wil ze kunnen leveren aan anderen die er analyses mee kunnen maken en ik wil op basis daarvan vergelijkingen kunnen maken tussen mijn gemeente en andere; daarvoor moet ik meedoen met DataFryslân en ik ga de stappen zetten die daarvoor in mijn gemeente nodig zijn. Zover zijn we nog lang niet. We zitten eigenlijk nog op het niveau dat we eerst een strategie nodig hebben voor het ontwikkelen van een datastrategie.”

“Het stelt me wel teleur dat het zo moeilijk blijft om dichter bij de data te komen en daar mee te mogen experimenteren; dat hebben we nog niet gedaan en daar is eigenlijk ook de infrastructuur nog niet voor aanwezig. Ik merk ook dat de gemeenten er nog erg terughoudend in zijn. En ik wíl juist dichter bij die data komen! Tegelijkertijd realiseer ik me ook dat wij daar als Fries Sociaal Planbureau veel meer belang bij hebben dan bijvoorbeeld de gemeenten, die simpelweg andere prioriteiten hebben. Maar de meerwaarde van datagedreven werken zit in de koppeling van data en het daarop loslaten van analyses. En juist voor zo’n aanpak biedt DataFryslân een veilige omgeving. Ik geloof wel dat DataFryslân dan iets minder moet focussen op technologische innovatie en nog meer dan nu de rol op zich moet nemen van adviseur op het gebied van de kwaliteit van data en de juridische aspecten van het gebruik ervan.“

Tekst: Diederik Plug. Foto: Marieke Balk.

DataFryslân brengt partijen samen die elkaar versterken bij het realiseren van Friese maatschappelijke opgaven in een door data en nieuwe technologie gedreven toekomst. Een van de speerpunten is het streven naar een gezamenlijke strategie die richting geeft aan de ingrijpende invloed die datagedreven werken krijgt op de toekomst van bestuurlijk Fryslân. In deze serie vertellen bestuurders en betrokkenen over hun visie op die toekomst.